Read with BonusRead with Bonus

Hoofdstuk 3: Hulp

Meisjes POV

Na het zien van zijn glimlach probeerde ik nog harder om mezelf zo klein mogelijk te maken. Ik probeerde uit te vinden wat ik zo fout had gedaan dat ik in de kerker was gegooid. Voor zover ik wist, had ik mijn plicht naar beste vermogen vervuld. Ik hoopte dat Roland te dronken was om iets met me te doen en gewoon zou flauwvallen. Nee, ik had het mis. Hij was zo nuchter als maar kon. Hij staat daar gewoon en staart naar me. Ik wil gewoon dat deze afranseling voorbij is en dat hij weggaat.

"Waar ben je, mijn kleine hoer."

Ik antwoordde niet en bleef zo stil mogelijk. De hele tijd bad ik tot de maangodin om hulp te sturen. Ik bad ook dat zij mij zo klein mogelijk zou maken. Misschien zou hij weggaan, of misschien zou Roland denken dat ik dood was. Maar ik had het mis.

"Ik heb je gevonden."

Hij grijpt de kettingen die mijn polsen vasthouden en ontgrendelt de boeien. Hij gooit me tegen de muur. Ik schreeuwde van pijn. Hij heeft me op de grond en trapt me overal op mijn lichaam. Dan scheurt hij de weinige kleding die ik aan heb en positioneert zich tussen mijn benen. Hij ramt zijn lul in mijn vagina. Hij komt klaar. Daarna sleept hij me naar het midden van de kamer waar de kettingen zijn en ketent mijn handen boven mijn hoofd. Hij begint me te geselen. Ik verlies de tel na zes en val flauw, hetzij door bloedverlies of pijn. Roland gooit dan een emmer water over me heen. Het maakt me wakker.

Er stromen tranen over mijn gezicht. Een deel van mijn oog was dichtgeswollen door de klap die Roland me de dag ervoor had gegeven.

"Alsjeblieft, stop."

De geur van oude sigaren dringt mijn neus binnen. Er straalt ook een machtige aanwezigheid uit de hal. Ik weet dat het een Alpha is, maar welke Alpha. Dan komt de Alpha de cel binnen. Roland merkt niet dat hij binnen is gekomen. Zijn rug is naar hem toe.

"Je moeder en vader hebben me problemen bezorgd."

"Ik ga je vermoorden, net zoals ik je ouders heb vermoord."

"NEE!"

"We kunnen niet laten gebeuren dat Koning Ray ontdekt dat we de prinses hebben."

"Dat zal ons einde betekenen."

Ik hoor hen praten over de verloren prinses terwijl ik steeds weer wegval en bijkom. Ze ruziën heen en weer over wat ze met mij moeten doen. Ik wou dat ze me gewoon zouden eindigen en er klaar mee zouden zijn.

"We moeten haar beëindigen en er klaar mee zijn."

Dan komt Roland weer binnen.

"Maak het af en wees snel."

Dan hoort de Alpha een commotie buiten. Het is alleen ik en Roland. Hij slaat me in mijn buik en breekt mijn ribben. Ik begin weer het bewustzijn te verliezen. Hij blijft me slaan, zelfs al kan ik niet bewegen of nauwelijks ademen. Hij lacht terwijl hij me slaat. Ik wist dat Roland altijd al wilde dat ik dood was en dit was zijn kans om dat te doen.

"Ik heb lang gewacht om te kunnen doen wat ik met je wilde."

Ik hoor mensen buiten ruzie maken. De alfa is met iemand aan het ruziën. Dan rent Roland de kamer uit. Ik hoor meer geruzie. Roland verlaat de cel, waar ik dankbaar voor ben. Dan wordt het stil. Wat heb ik gedaan om dit te verdienen? Ik was een baby toen de alfa me hier bracht. Toen werd ik gedwongen tot slavernij. Wie waren mijn ouders? Al deze vragen spoken door mijn hoofd. Waarschijnlijk krijg ik nooit antwoorden. Ik voel mijn leven uit me wegvloeien. Ik weet dat dit misschien het einde is. Ik bid dat het het einde is. Dan kan ik misschien in de dood mijn ouders vinden en ze voor het eerst ontmoeten. Wie was Koning Ray, en waarom waren ze zo bezorgd dat hij de prinses zou vinden?

Waarom moest ik lijden vanwege haar? Ik hoorde geruchten over de prinses en dat ze verloren was gegaan in een gevecht. Maar niemand zei ooit hoe ze heette of waar ze vandaan kwam. Ik hoor stemmen in de gang. Ik hoopte dat het niet Roland of de alfa was. In plaats daarvan gaan de stemmen langs mijn cel. Ik heb zoveel pijn dat ik wens dat ik gewoon zou sterven. Dan hoor ik geschreeuw aan het andere eind van de gang. Ik weet dat een arme ziel gemarteld wordt. Ik vraag me af wat ze gedaan hebben. In de kerker zitten allerlei soorten criminelen, van slaven tot mensen die betrapt zijn op spionage. Ik begon weer het bewustzijn te verliezen.

Er is weer een wit licht en die stem.

"Blijf volhouden, hulp is onderweg."

"Wie komt er?"

"Je bestemming,"

Weer is er alleen een wit licht. Dan word ik wakker en is er alleen maar duisternis. Het geschreeuw wordt zachter en de lichten doven. Ik hoor mijn celdeur weer opengaan. Roland komt binnen. Waarom wil hij me niet doden? Ik kan nauwelijks zien omdat mijn ogen dichtzwellen. Hij tikt op mijn gezicht om te zien of ik wakker ben.

"Alsjeblieft, stop,"

"Je leeft dus nog,"

"Laat me alsjeblieft met rust,"

"Het is zo schattig als je smeekt,"

Hij slaat me weer in het gezicht. Dan spuugt hij op me. Hij pakt de zweep en begint weer te slaan. Ik voel de pijn niet meer. Ik kan niet meer schreeuwen. Ik probeer te schreeuwen, maar er komt niets uit. Het klinkt als een trompet die veel te vaak is geblazen. Ik begon weer het bewustzijn te verliezen. Dan, ineens, wordt de celdeur uit de muur gerukt. Ik ruik de oceaan. Er klinkt een gegrom dat de hele kamer doet trillen. Ik hoor Roland smeken om zijn leven.

"Hij dwong me het te doen,"

Ik hoorde een dreun tegen de muur. Toen hoorde ik een lage, hese stem vragen wat hij dacht dat hij aan het doen was.

"Alpha Mark dwong me het te doen,"

"Ik zal later met je afrekenen,"

Dan verlies ik het bewustzijn. Daar is dat witte licht weer. Dan die stem.

"Je zult nu in orde zijn,"

"Houd nog even vol,"

"Wie ben je?"

"Je zult het op tijd ontdekken."

Previous ChapterNext Chapter