Read with BonusRead with Bonus

98. Ik haat je

Ik wilde zijn aandacht niet. Ik wilde zijn eten niet, zijn kleren niet, zelfs zijn blik op mij niet. Ik wilde niets met hem te maken hebben. Ik haatte hem. Ik haatte hem met heel mijn wezen. Hij hield me hier gegijzeld, opgesloten in deze ellendige hut, en ik kon niet anders dan hem intens haten daa...