Read with BonusRead with Bonus

Hoofdstuk Honderdzevenenveertig

RAINIER

Met z'n twaalven staan we midden in het bos. Naakt zoals de dag dat we geboren werden, terwijl we de zon onder zagen gaan. Koda stond naast me, met een sluwe grijns op zijn gezicht terwijl hij naar me keek.

"Word je hitsig van me, man?" vraag ik. "Je kijkt naar mijn vlees alsof je thuis...