Read with BonusRead with Bonus

Hoofdstuk 23.

Mijn tassen werden uit de auto gehaald en naar binnen gedragen door een grote man in een naadloos rood vest en een zwart onderhemd. Hij sprak niet, geen enkel woord van hallo of zijn naam; alleen een grom toen hij de kofferbak sloot.

Nu ik erover nadenk, niemand had een woord tegen me gezegd sinds ...