Read with BonusRead with Bonus

Hoofdstuk 16

Ik hapte naar adem en ging onmiddellijk rechtop zitten. Mijn hart bonkte sneller en mijn lichaam was bezweet terwijl ik om me heen keek, mijn omgeving in me opnemend.

Ik ben hier helemaal alleen. Ik zie mijn vader of die gemaskerde man nergens.

Dat was een nachtmerrie.

Ik liet een zucht ontsnappe...