Read with BonusRead with Bonus

VIER 65

Bloed stroomde uit haar lippen, en een verstikte kreet ontsnapte uit haar keel. Ze kromp ineen, een hand klemmend tegen haar zij, bloed bevlekte de voorkant van haar gewaden.

Daemonikai’s hart bonsde in zijn oren.

Langzaam stond hij op van zijn troon, en Ottai deed hetzelfde—maar niemand onderbrak...