Read with BonusRead with Bonus

VIER 27

Nu, in hun halve gedaanten, stormden Daemonikai en Vladya door het bos, luid ademend, diep ademend. De nachtelijke lucht gierde langs hen, een waas van donkere bomen en bewegende schaduwen.

Ze waren geen vreemden voor lange afstanden. Door de jaren heen hadden ze hun uithoudingsvermogen tot het uit...