Read with BonusRead with Bonus

Hoofdstuk 26

Ik fronste zo hard dat ik bijna de melk in mijn koffie liet schiften.

Ze bereikte zijn tafel, leunde lichtjes—te lichtjes—over zijn schouder en hield een kopje uit alsof ze hem heilig water aanbood uit haar persoonlijke kelk van waanzin.

En toen—dank de cafeïnegoden—stond Art op.

Midden in een gespr...