Read with BonusRead with Bonus

Hoofdstuk 24

Hij had een snor. Een dikke. Gekruld aan de uiteinden alsof hij 's nachts een 19e-eeuwse schurk speelde of een eigenzinnige koffiebar in Amsterdam runde. En hij leunde naar voren.

Haar hoofd kantelde achterover en ze lachte opnieuw—luid, vrij, het soort dat mensen instinctief doet omkijken.

Mijn maa...