Read with BonusRead with Bonus

Hoofdstuk 36

"Achter. Je komt er niet in totdat ik het zeg."

Ik opende mijn mond. Sloot hem weer. Klemde mijn tanden op elkaar.

"Prima," blies ik, terwijl ik mijn paardenstaart zo hard omdraaide dat de sneeuw beledigd was.

De bewakers bewogen als water—drie op het dak, twee glijdend door de bomen als geesten...