Read with BonusRead with Bonus

Hoofdstuk 33

"Andria," gromde hij tegen mijn keel, zijn stem laag, gebroken, eerbiedig. "Ik kan niet... We zouden niet..."

"Dan stop," daagde ik hem uit, mijn ogen vast op de zijne. "Zeg het dan."

Maar hij deed het niet.

Hij kreunde. Alsof er iets in hem brak.

En ik voelde het—

Zijn lippen gleden langs mijn kaak...