Read with BonusRead with Bonus

Hoofdstuk 14

Stilte.

“En ik wil trainen.”

Dat had hem.

Hij knipperde met zijn ogen. “Wat?”

“Je hebt me gehoord.” Ik nipte aan mijn eigen koffie—met room, één suiker, omdat ik een dame ben. “Ik wil trainen. Jij bent mijn lijfwacht. Ik ben de dochter van de baas. Je moet gehoorzamen.”

Hij vernauwde zijn ogen. “Je ...