




Hoofdstuk 3
Tank
Ik zie Lug Nut uit de speelkamer komen waar ik weet dat Lilly en de tweeling zijn. Ze gaat daar altijd heen als ze op de tweeling past. Normaal gesproken let ik er niet op omdat mijn broers daarheen gaan om de jongens gedag te zeggen. Haalt hij haar vanavond op? Neemt hij haar mee uit? Zoals een date? Lug Nut gaat niet daten en Lilly ook niet. Het is niet clubgerelateerd, dat zou ik weten. Ik kan het niet uitstaan als een van mijn broers of prospects haar aanraken. Ik wil hun armen eraf rukken als ze hun handen op haar leggen. Je vraagt je waarschijnlijk af waarom ik er iets om geef. Het is omdat ik elke beweging van Lilly ken. Meestal, of ik het nu wil of niet. De meeste mensen hier denken dat ik het meisje niet kan uitstaan en ik hou dat zo. Maar dat is het verst van de waarheid. Toen ik Lilly al die maanden geleden redde, voelde het meteen goed zodra ik haar in mijn armen had. Alsof dat was waar ze thuishoorde. Ik kwam dicht bij haar in de eerste paar maanden dat ze hier was. En daar ging het mis. Ik begon gevoelens voor haar te krijgen. Gevoelens die ik niet zou moeten hebben. Ze was toen net achttien, nog aan het herstellen van wat de Reapers haar hadden aangedaan. Ik ben tien jaar ouder dan zij. Ik ben geen goede man. Ik heb voor mijn club gedood. Ik vecht. Ik drink. Ik rotzooide rond. Ik ben een harde biker met een slecht humeur op een goede dag. Ik zou niets voor haar moeten voelen. Ik ben niet goed voor haar. Lilly is alles wat goed is in deze wereld. Ik ben dat niet. Dus ik trok me van haar terug. Ik stopte met haar te praten, want als ik haar stem hoorde, stond mijn pik in de houding. Verdomme, ik kan niet in dezelfde kamer met haar zijn zonder dat mijn lul naar haar toe wil. Dus ik vertrek. Ze begreep de hint en vermijdt me nu koste wat het kost. Ik heb zelfs met een paar van de bunnies afgesproken dat ze hier niet zou moeten zijn. Lilly hoort hier niet thuis. Niet vanwege iets wat ze heeft gedaan. Lilly is te goed voor deze plek.
Je zou denken dat dat genoeg zou zijn om haar uit mijn gedachten te krijgen. Geen enkele kans. Ik sluit mijn ogen en daar is ze. Ze is overal. Van de manier waarop ze ruikt naar vanille tot haar lach. De meeste jongens hebben geen probleem om naar Lilly te kijken. Met haar haar tot haar taille dat me doet denken aan maïszijde waar ik mijn vingers doorheen wil halen. Tot haar lichte karamelkleurige ogen die je het gevoel geven dat ze in je ziel kan kijken. En haar lichaam. Verdomme. Ze draagt kleren die veel te groot voor haar zijn, maar ik weet dat ze een geweldig lichaam onder die kleren heeft. Dikke dijen en heupen. Een kont gemaakt voor mijn grote handen om vast te pakken. En haar tieten, christus, ik weet dat ze minstens een c-cup verbergt onder die wijde shirts. Verdomme, mijn pik is als een stalen pijp in mijn spijkerbroek als ik aan haar denk.
Ik heb alles geprobeerd wat ik kon bedenken om haar uit mijn hoofd te krijgen. Ik dronk elke nacht totdat ik zwart zag. Ik neukte bunnies elke nacht in een poging Lilly te vergeten. Maar om klaar te komen, moet ik me Lilly voorstellen. Ik ben zelfs zover gegaan dat ik haar belachelijk maakte met de bunnies. Ik heb achterover geleund en gekeken hoe de bunnies haar lastigvielen en zelfs sloegen. Ik greep niet in of deed iets om het te stoppen, ook al zou ik dat moeten doen. Ik liet het gewoon gebeuren. Ik merkte de pijn en het verdriet in Lilly's ogen elke keer bijna dodelijk. Ik moest haar uit mijn hoofd krijgen.
Werkte dat? Nee. Het enige wat het deed, was me ellendig laten voelen. En Lilly en mijn broers laten denken dat ik een hekel aan haar heb. Dat ik haar niet kon uitstaan. Dat ik haar uit de club wilde hebben. Niets daarvan was waar, maar het hield Lilly bij me vandaan, dus hoe slecht het me ook liet voelen, het was voor het beste. Lilly verdient iemand beter dan ik. Iemand die geen duisternis naar haar licht brengt. Ik voel me ellendig omdat ik haar zo behandel, maar het moet zo zijn. Hoewel het me ook het respect van mijn broers kost.