Read with BonusRead with Bonus

Hoofdstuk Zevenenzestig

Ik slikte moeizaam, ik voelde me zwaar en zwak, mijn hersenen wilden denken, maar het was alsof ze geen energie meer hadden om door te gaan.

"Om mij te straffen?" herhaalde ik. "Dus hij is mijn vijand, niet die van Sophia." Ik stelde een retorische vraag.

"Wie de fuck is hij?" zei ik, terwijl ik m...