Read with BonusRead with Bonus

HOOFDSTUK HONDERDTWEEËNTWINTIG

Ik werd geholpen om op het altaar te zitten terwijl de Anker weer achter me ging staan.

Ik keek naar de menigte van Gevallenen, de helft van hen in menselijke vorm.

Toen hij me weer begon aan te raken, voelde ik me niet beschaamd of vernederd, een gevoel van macht omhulde me.

Hoewel dit ongebruik...