




Hoofdstuk 1 Nooit meer weggaan
"Hier is tienduizend euro. Vanaf nu ben je klaar met de familie Martinez," zei Benjamin Johnson.
Adeline Vanderbilt staarde naar Benjamin Johnson, die grijnsde alsof hij net de loterij had gewonnen. Haar gezicht was een blanco canvas, alsof het haar niets kon schelen. De familie Martinez, die haar meer dan twintig jaar had opgevoed, had hun echte dochter, Stella Martinez, gevonden en nu wilden ze haar betalen om de banden te verbreken.
Ze keek niet eens naar het geld. In plaats daarvan pakte ze haar rugzak, die in de regen was gegooid. Ze kwam met alleen die rugzak, en ze verliet het Martinez landhuis met alleen dat.
Binnen in het landhuis waren het allemaal knuffels en gelach, als een cliché familiereünie. De spottende stemmen werden luider, alsof ze wilden dat ze elk woord hoorde.
Het had de hele nacht geregend in Eldoria. Ze stond daar, doorweekt, maar ze zag er niet uit als een wrak.
Een taxi rolde naar de ingang van een vrij gemiddelde buurt. Adeline, nu verstoten door de familie Martinez, was terug op haar plek. Deze buurt leek misschien gewoon, maar het zat vol verborgen pareltjes.
De buren begroetten haar alsof ze een lang verloren vriend was.
Een fruitverkoper, glimlachend, vroeg of ze al gegeten had en gaf haar een kippenpoot van haar tafel, terwijl ze deed alsof ze haar berispte, "Waar ben je geweest? Dacht dat je ons had verlaten. Als je niet snel komt opdagen, geven mijn benen het op."
Adeline glimlachte, voelde zich een beetje ontroerd, en nam de kippenpoot aan.
Een andere buur voegde eraan toe, "Ja, Adeline. Soms trillen mijn handen als ik een kopje vasthoud." Adeline glimlachte en zei, "Het is oké. Doe het rustig aan."
Ze stond op het pleintje van de gemeenschap en keek naar de ouderen die gezellig aan het kletsen waren.
Ze hield van deze plek. Ze wist dat de mensen die hier met pensioen gingen iets bijzonders waren. Zoals de vrouw die haar de kippenpoot gaf—ze stond nu in schoolboeken.
Ze gaf niets om hun verleden. Voor haar waren het gewoon warme, zorgzame mensen.
Uiteindelijk herinnerde ze hen eraan om vroeg naar bed te gaan, niet te lang op te blijven met televisie kijken, en om energiek te blijven.
Wie had gedacht dat deze mensen, die zoveel voor het land hadden gedaan, zouden luisteren naar een jonge vrouw? Ze waren er geweest tijdens nationale crises en hadden meegeholpen om het land op te bouwen.
Daniel Brown zag haar en straalde, "Adeline, je bent terug! Niemand kan deze groep aan zoals jij. Ik heb een oogje op je plek gehouden."
Adeline glimlachte en zei, "Dank je, Daniel."
Ze was altijd beleefd. Naast hem te bedanken, vroeg ze ook naar zijn gezondheid. "Daniel, kom eens langs bij mij thuis als je kunt. Dan geef ik je een goede check-up."
Daniel, nog steeds glimlachend, zei, "Dank je, Adeline. Je moet hier blijven. We hebben je allemaal nodig. Zonder jou kan ik deze groep niet in toom houden. Ze luisteren alleen naar jou."
"Ik ga niet weer weg," zei Adeline, haar stem vastberaden.