Read with BonusRead with Bonus

Hoofdstuk eenenveertig

De conferentiezaal was zwak verlicht, genoeg om de vragende gezichten van iedereen te zien. Hij kon alle maffialeiders onderscheiden, sommigen zaten, anderen stonden en weer anderen waren aan het ruziën. De zaal galmde met één stevig woord: 'Onwettig kind'. Hij voelde de woede door zijn aderen koken...