Read with BonusRead with Bonus

Hoofdstuk zesendertig

Zijn ogen wilden niet van haar afwijken. Ze was adembenemend in het zwart. Hij pakte haar hand vast en streek met zijn duim eroverheen. Haar wangen kleurden felrood. Hij hield van de blos op haar wangen en de jaloezie van dit helderdere rood dat zijn vrouw omhelsde. Hij wilde haar ergens anders mee ...