Read with BonusRead with Bonus

105. Hij wacht op me.

Ik verstijf, mijn adem stokt terwijl ik het volle gewicht van hem tegen me aan voel smelten. Zijn hitte — koortsig en wanhopig — sijpelt in mijn huid. Hij klampt zich aan me vast alsof ik het enige ben dat hem verankert aan het bed, aan de kamer — aan zichzelf.

Ik weet niet of ik hem erom haat of da...