




Hoofdstuk 5 Jij hoort nu bij mij
De sneeuwstorm werd heviger en veranderde de hele wereld in een uitgestrekt wit landschap.
Er waren geen voetgangers op straat. Max en Lillian oriënteerden zich op de zwakke en wazige lichten van de huizen.
Lillian, uitgeput, struikelde en viel op de grond. Max, met zijn niet zo brede rug, tilde Lillian op. In deze sneeuwstorm kon elke aarzeling betekenen dat ze beiden aan de kou zouden bezwijken.
In Max' hart was de beslissing al genomen.
De met sneeuw bedekte weg was soms oneffen, maar Max zette elke stap voorzichtig en vastberaden.
Zijn vastberaden ogen waren stevig gericht op het pad voor hen, terwijl Lillian, uitgeput, op zijn rug flauwviel.
Met opeengeklemde tanden sprak Max zichzelf moed in: 'Volhouden! Ik moet Lillian veilig afleveren.'
In de verte scheen een warm licht door een houten raamkozijn, dat langzaam in Max' zicht opdoemde. Met elke stap die hij zette, kwam het warme en heldere gebouw dichterbij.
Het geluid van een openslaande houten deur weerklonk in de huilende wind en sneeuw.
Een jonge man naderde hen, zijn ogen straalden een serene kalmte uit waardoor Max dacht dat hij een paar jaar ouder was dan hijzelf.
"Ze is er slecht aan toe. Geef haar aan mij over." De jonge man stak zijn hand naar Max uit.
Max aarzelde, verstijfd van plaats.
"Je kunt me vertrouwen. Mijn naam is Jackson Frane."
Toen Max hoorde dat zijn achternaam Frane was, ontspande zijn gespannen hart zich volledig, en hij liet Lillian voorzichtig van zijn rug zakken. Jackson tilde de bewusteloze Lillian op zijn rug en de twee jonge mannen liepen samen naar het verre, heldere huis.
Bij binnenkomst in het huis legde Jackson Lillian plat op de bank, schudde de sneeuw van zich af, wikkelde Lillian in een deken, stookte de open haard op, maakte een kom met heet water klaar en veegde voorzichtig de bloedvlekken van haar gezicht.
Max slaakte een zucht van verlichting en zakte op de grond neer. Hij hoorde voetstappen langzaam naderen, en een waardige en elegante vrouw daalde de trap af vanaf de tweede verdieping.
Jackson boog onmiddellijk respectvol en zei: "Oma, ik heb de persoon teruggebracht."
Lyra Frane benaderde Lillian en raakte haar gezicht zachtjes aan met haar vingertoppen. "Ik heb deze meid ooit toevallig ontmoet bij de familie Sivan," zei Lyra.
Bij het horen van Lyra's woorden knielde Max onmiddellijk neer. "Mevrouw Frane, alstublieft, in naam van mevrouw Sivan, zorg voor Lillian!"
Lyra keek in Max' oprechte ogen, aarzelde even, en vroeg toen langzaam: "Jackson, hoeveel kinderen zijn er nu in huis?"
Jackson antwoordde: "Zes."
Lyra zei: "Nu is zij de zevende."
Jackson's uitdrukking werd serieus, hij zweeg maar ging niet tegen Lyra's beslissing in.
Lyra vervolgde: "Er is een voorbereide logeerkamer boven. Jackson, breng Lillian naar die kamer. Butler, zorg voor deze jongeman, geef hem goed te eten, en breng hem dan naar huis."
Max bedankte haar haastig, "Dank u, mevrouw Frane!"
Na een tijdje werd Lillian wakker op het zachte matras, kijkend naar de warme kamer gehuld in oranje licht. Ze raakte onbewust de fluwelen deken aan die haar bedekte, niet in staat te geloven wat ze zag.
"Is dit de hemel? Hoe kan de hemel er zo uitzien?" mompelde Lillian tegen zichzelf.
Jackson sprak langzaam, "Dit is niet de hemel. Je lijkt nogal verward te zijn. Weet je nog wie je bent?"
Jackson's gelaatstrekken waren uitzonderlijk aantrekkelijk, wat Lillian even verblufte. Toen hij naderde en zich voorover boog, voelden hun gezichten bijna elkaars adem, waardoor Lillian eindelijk reageerde. "Het spijt me! Mijn naam is Lillian."
Jackson, met zijn bevelende stem, beval: "Vergeet die verdomde naam van je. Vanaf nu behoor je aan mij."