Read with BonusRead with Bonus

Hoofdstuk 478 Rouwen

Benjamins ogen, die al groot waren, werden nog groter bij het horen van de woorden.

"Je liegt! Dat is onmogelijk! Ze..."

Hij had me al, een kind!

Hij maakte de zin niet af, zich realiserend dat hij een fout had gemaakt, en bedekte snel zijn mond.

"Wat is er met hen?" vroeg Eugene met een glimlac...