Read with BonusRead with Bonus

HOOFDSTUK TWEEËNVIJFTIG

Terwijl we die avond aan het eten waren, zat ik aan zijn rechterhand, terwijl ik at en mijn hand als een aansteker vuur aanstak en weer uitdraaide, gedachteloos. Het was nu makkelijker nu ik eindelijk die deur in mezelf had geopend die mijn vermogen om het vuur te kanaliseren beperkte.

Ik had gedaa...