Read with BonusRead with Bonus

Proloog

"Wat is erger dan ontvoerd, gemarteld, misbruikt, genegeerd, ontleed en weggegooid worden als afval? Het steeds weer herinneren." ~ Zara

September 2005

Ze waren allemaal dood in minder tijd dan een reclameblok duurde. Een minuut lang zaten Zara en haar familie naar een back-to-school special te kijken, en de volgende minuut was het meisje de enige die nog leefde. De monsters braken de deur niet met een luid gekraak of een knal open. Ze waren zo stil als schaduwen, en ze sloegen zo snel toe dat hun slachtoffers geen geluid van waarschuwing konden maken.

De schok van de moorden was zo groot dat Zara niet eens terugvocht toen ze uit haar huis werd meegenomen. Een hand klemde zich over haar mond terwijl ze met grote ogen naar het bloedbad van haar familie staarde. Het was de laatste keer dat ze hen ooit zou zien. De laatste keer dat ze ooit een voet in haar ouderlijk huis zou zetten. En vanaf dat moment zou ze zich nooit meer veilig voelen.

Ze werd in een wachtende bus geladen en vervolgens zonder pardon bewusteloos geslagen door een klap die ze niet zag aankomen. De volgende keer dat ze haar ogen opendeed, was ze in een afgesloten kamer, omringd door vier bakstenen muren zonder ramen en een stalen deur. Het enige in de kamer was een klein bed dat tegen een van de kale muren stond. Zara stond op en kreunde terwijl haar lichaam protesteerde tegen de beweging. Ze had overal pijn, alsof ze met een honkbalknuppel was geslagen. Ze stelde zich voor dat haar ontvoerders niet al te zachtzinnig met haar waren omgegaan terwijl ze bewusteloos was.

Ze bewoog zich langzaam naar het bed en legde haar gehavende lichaam op het oppervlak. De kamer was niet koud, maar toch rilde ze. Haar geest probeerde te begrijpen wat ze had gezien. Ze wist dat ze een nachtmerrie moest hebben. Maar het voelde niet als een droom. Het voelde heel, heel echt.

Ze sloot haar ogen terwijl beelden van de monsters die in haar huis waren ingebroken haar hoofd vulden. Zara had het destijds niet kunnen verwerken, maar nu begon ze te begrijpen wat ze had gezien. Ze bewogen met onmenselijke snelheid. Hun monden waren grote, gapende zwarte gaten vol scherpe tanden. Maar het meest opvallend waren de enorme, puntige snijtanden, als dubbele sets messen, boven en onder, die door het vlees van haar ouders sneden en scheurden. Ze beten in de nekken van haar moeder en vader alsof ze in een zacht stuk brood beten. Maar daar stopten ze niet. De monsters dronken het bloed van haar ouders alsof het een vers glas ijsthee was.

"Niet mogelijk," mompelde Zara zachtjes. Wat haar verbeelding probeerde te bedenken... vampiers... was gewoon niet mogelijk in de echte wereld. Vampiers waren slechts monsters in boeken en films. Ze waren niet echt. Ze konden niet echt zijn. En toch kon Zara niet ontkennen wat ze met haar eigen ogen had gezien.

Misschien was ze gewoon in shock. Misschien was wat ze echt had gezien gewoon te veel voor haar geest, waardoor die een scenario bedacht dat de helse scène voor haar minder echt maakte. Immers, als vampiers niet bestonden, dan konden haar ouders niet door hen zijn gedood, en dus was dit echt gewoon een afschuwelijke nachtmerrie.

Zara's ogen vulden zich met tranen en haar zicht werd wazig terwijl ze haar arm zo hard kneep dat ze bijna uitschreeuwde. Het was geen nachtmerrie. Het was echt. De snikken schokten door haar lichaam terwijl ze haar knieën tegen haar borst trok en haar armen eromheen sloeg. Ze begroef haar gezicht ertussen en huilde om haar ouders en het leven dat ze had verloren.

Previous ChapterNext Chapter