Read with BonusRead with Bonus

Hoofdstuk Vijfenvijftig

Noahs stem weerkaatste van de betonnen muren als kogels, echoënd achter me terwijl ik blindelings de verduisterde gang in rende. Hij was dit keer meer dan boos, en zijn woede stroomde uit hem als lava uit een uitbarstende vulkaan, alles om zich heen verbrandend en vernietigend. Ik had hem te slim af...