Read with BonusRead with Bonus

Hoofdstuk Vijfenveertig

Ik haalde diep adem terwijl ik de muur beklom, de wind sneed bitter om me heen. Hij beet in mijn natte wangen en de punt van mijn neus. Mijn hoofd bonkte en mijn rode, gezwollen ogen brandden van de tranen die maar niet stopten, zelfs niet toen ik dacht dat ik niets meer had om uit te huilen. Ik hie...