Read with BonusRead with Bonus

Hoofdstuk achtentwintig


Noah stond op nog geen zes meter afstand, zijn zwarte, zielloze ogen op mij gericht, brandend als gloeiende ijzers. Ik voelde de ijskoude angst in mij opbouwen terwijl hij grijnsde.

Wat deed hij hier? Wist hij dat ik hier zou zijn? Of was dit een ongelukkig toeval?

"Hé Ellie!"

Mijn hoofd dra...