Read with BonusRead with Bonus

Hoofdstuk drieëntwintig

Zijn handen zaten in zijn zakken. Hij stond een paar centimeter van de gigantische glazen muur. Het was op de vijftiende verdieping en hij staarde wezenloos naar buiten. Hij hoorde stemmen achter zich, maar negeerde ze volledig. Zijn gedachten waren bij zijn vrouw, haar mistige ogen, de tranen die o...