




Hoofdstuk 5
Quinn draaide zich om naar de spreker.
Het was Abigail Vanderbilt, die lui achterover in haar stoel leunde, omringd door een aangename geur van parfum.
Zij was de baas van dit koffiehuis en ook een vriendin van Quinn.
Abigail was lang, ongeveer 1.78 meter, met kort haar, gekleed in een zwart t-shirt en een casual broek. Als ze niet sprak, dachten velen dat ze een man was.
Tijdens Quinn's sollicitatiegesprek kneep Abigail speels in haar wangen, wat Quinn deed schrikken. Pas toen Abigail sprak, realiseerde Quinn zich dat ze een vrouw was.
Quinn legde het tafellaken neer, glimlachte en gebaarde naar haar: "Ik ben het gewend."
Abigail keek naar Quinn's vingers en merkte haar rooddoorlopen ogen op, wat haar een gevoel van medeleven gaf.
Abigail was Quinn's vriendin; ze kende de moeilijkheden en onrechtvaardigheden die Quinn in haar huwelijk had doorstaan.
Ze overhandigde Quinn de koffie die ze had gemaakt en zei: "Dit is je favoriete koffie, vers gezet. Proef maar eens."
Quinn bedankte haar en nam een slok van de melk thee.
Het smaakte heerlijk!
Een glimlach verscheen op Quinn's gezicht.
Met haar lichte huid leek Quinn, als ze iemand aankeek, op een hulpeloos puppy'tje, wat het hart deed smelten.
Daarom hield Abigail ervan haar te knijpen. In het begin was Quinn er niet aan gewend, maar langzamerhand raakte ze eraan gewend.
Gewoonte was een angstaanjagend iets!
Abigail was goedhartig. Om te begrijpen wat Quinn zei, had ze zelfs video's bekeken om gebarentaal te leren. Nu kon ze de meeste gebaren van Quinn begrijpen.
Plotseling greep Abigail Quinn en leidde haar naar boven. "Kom, help me met iets."
Quinn zette snel haar koffie neer en volgde Abigail naar boven naar een kamer in de hoek van de tweede verdieping, waar kleurrijke schilderijen werden tentoongesteld.
Naast de baas van het koffiehuis te zijn, was Abigail ook een "schilder."
Echter, ze noemde zichzelf zo omdat ze nog geen enkel schilderij had verkocht.
Abigail's ouders stonden haar niet toe kunst te studeren, dus opende ze dit koffiehuis als dekmantel om hier stiekem te schilderen.
Bij binnenkomst drukte Abigail Quinn op een krukje. "Niet bewegen. Jouw taak vandaag is mijn model zijn."
Quinn zat gehoorzaam stil op het krukje.
Abigail vond het leuk om Quinn als model te gebruiken en had veel portretten van haar geschilderd.
Toen de tijd verstreek en het bijna middag was, begon het buiten zwaar te regenen. De regen tikte tegen de ramen, wat een serene sfeer in de kamer creëerde.
Door de regen kwamen er meer klanten binnen, waardoor het beneden druk werd. Abigail en Quinn moesten stoppen met schilderen en helpen.
Met te weinig personeel moest Abigail, als baas, helpen met de bezorgingen.
Ze vroeg Quinn om haar te vergezellen bij de bezorgingen.
Abigail sprong op haar motorfiets, met Quinn zittend achterop.
Ondanks de regen wilde Quinn een paraplu meenemen, maar Abigail weigerde.
Volgens Abigail was motorrijden cool, maar met een paraplu op een motorfiets rijden was niet cool.
Dus hield Quinn de koffie dicht tegen zich aan, rillend achterop Abigail's motorfiets.
De regen kwam met bakken uit de lucht, vergezeld van donder en bliksem, waardoor de lucht donker werd, hoewel het pas middag was.
Toen Abigail's motorfiets voor een bepaald gebouw stopte, veranderde Quinn's uitdrukking.
Want dit was het bedrijf van Alexander!