Read with BonusRead with Bonus

Hoofdstuk drieënnegentig

De bibliotheek was angstaanjagend stil, de geur van oud perkament en kaarsvet hing zwaar in de lucht. Rijen en rijen torenhoge boekenplanken doemden om me heen op, het zwakke schijnsel van betoverde lantaarns wierp flikkerende schaduwen op de oude stenen muren.

Ik zat aan een van de lange houten ta...