Read with BonusRead with Bonus

Hoofdstuk drieëntachtig

De ochtendlucht was zwaar van de geur van vochtige aarde en verse dennen terwijl we aan de rand van het betoverde bos rondom het kasteel stonden. Mist hing aan de torenhoge bomen, hun oude stammen omwikkeld met gloeiende runen die zwak pulseren met magie. Hoe dieper het bos zich uitstrekte, hoe donk...