Read with BonusRead with Bonus

Hoofdstuk Negenendertig

De doordringende geur van bloed en rook prikte in mijn neus terwijl ik door het bos rende. De schaduwen van de bomen strekten zich om me heen uit, hun verwrongen vormen wierpen griezelige contouren tegen het bleke maanlicht. Mijn hart bonkte in mijn borst, de geluiden van de strijd dreunden in mijn ...