Read with BonusRead with Bonus

Hoofdstuk dertig

Toen ik terugkeerde naar de hut, was het geluid van de regen afgenomen tot een lichte motregen en vulde de geruststellende geur van houtrook de lucht. Binnen vond ik Mariah languit op de versleten bank, een dik boek in haar handen. Ze keek op toen ik de deur achter me sloot, haar scherpe ogen bestud...