Read with BonusRead with Bonus

Hoofdstuk Honderd en Zevenenzestig

De lucht in de gevangenis was dik van de stank van zweet, angst en bloed. De koude metalen muren zoemden zachtjes met de lage trillingen van beveiligingssystemen, en de fluorescerende lampen boven ons knipperden elke paar seconden. Het was ontworpen om zijn gevangenen te breken—om hen hun kracht, hu...