Read with BonusRead with Bonus

Hoofdstuk Honderdvierenvijftig

Op het moment dat we door de deur stapten, voelde ik de grond onder mijn voeten verschuiven. Wat ooit solide steen was, veranderde in iets zachts en nats. De lucht werd dikker met de geur van verval—rottende vegetatie, stilstaand water en een onderliggende viezigheid die in mijn longen bleef hangen....