Read with BonusRead with Bonus

Hoofdstuk Honderd en Negenenveertig

Ik werd langzaam wakker door een zachte, milde licht dat door de ramen filterde die niet helemaal dichtgetimmerd waren. Ik wreef in mijn ogen en ging rechtop zitten, waarbij ik besefte dat iedereen al wakker was. Ik keek rond in ons kleine kamp in de oude bibliotheek, nu stil met de vroege ochtendru...