Read with BonusRead with Bonus

Hoofdstuk Honderd en Zesenveertig

De zon was net begonnen aan zijn trage klim naar de hemel toen we het kamp bereikten. Gouden licht filterde door de bomen, lange schaduwen werpend over de grond. De lucht was fris, maar de zwaarte van uitputting hing aan mijn botten.

Ik merkte nauwelijks de wereld om me heen.

Mijn ogen waren geric...