Read with BonusRead with Bonus

Hoofdstuk Honderd en Vierenveertig

De lucht was zwaar van spanning terwijl we tussen de bomen bij het kasteel hurkten. Elke ademhaling voelde zwaar, beladen met het gewicht van wat we op het punt stonden te doen. Boven ons strekte de hemel zich wijd en donker uit, de maan wierp een spookachtig licht over het stenen fort voor ons. De ...