Read with BonusRead with Bonus

31. Het zal wel goed met je zijn

Lucy

Waar was ik?

Op de een of andere manier was ik niet dood.

Alles was heet en koud. Ik voelde me vreselijk. Toen ik mijn ogen opende, prikte het zonlicht door de bomen in mijn ogen. Ik rook natte aarde en vers water. Er was ook een andere geur, alsof er compost in mijn neus zat. Ik herkende de p...