Read with BonusRead with Bonus

Hoofdstuk 1

Alina

"Het spijt me, lieverd. Echt waar, maar het was haar laatste wens. Ik hoop dat je het in ieder geval een kans wilt geven," zei mijn vader tegen me. De bezorgdheid was duidelijk hoorbaar in zijn stem.

"Alsjeblieft, Papa! Er moet een andere manier zijn." smeekte ik terwijl ik op een stoel naast zijn ziekenhuisbed zat. Zijn handen trilden in de mijne, maar dat kwam niet door ouderdom. Mijn vader was aan het sterven.

"Die zou er zijn geweest als Sheena nog..." Zijn ogen vulden zich met tranen toen hij haar naam uitsprak, en mijn hart brak opnieuw. Hij hield nog steeds van haar. Ik wist dat een deel van de reden waarom zijn toestand steeds slechter werd, zelfs na de beste behandeling ter wereld, was omdat hij het leven had opgegeven op de dag dat het hart van mijn moeder stopte met kloppen. Het enige dat hem hier, nu, hield, was ik.

"M-maar ik wil niet trouwen, Papa! Nog niet! Ik ben pas tweeëntwintig." Ik probeerde mijn stem smekend te houden, maar zelfs ik kon de paniek erin horen doorklinken.

"Het spijt me zo, mijn liefste. Ik wil ook niet dat je zo vroeg trouwt, maar ik heb niet veel tijd meer. Ik moet weten dat je goed verzorgd zult worden," zei mijn vader verdrietig, "dat je veilig zult zijn."

"Maar, Papa, ze zijn va—"

"Mevrouw Deluca, de bezoektijd is voorbij." De verpleegster onderbrak me terwijl ze de kamer binnenkwam, met een zoutoplossing en meer medicijnen in haar hand. "Hij is de afgelopen week beter geweest, dus probeer zo vaak mogelijk te komen, maar hij moet nu wel rusten," zei ze met een glimlach.

"Ja, natuurlijk. Ik zie je morgen. Welterusten, Papa." Ik gaf hem mijn beste glimlach, ook al stonden de tranen in mijn ogen, en gaf hem een kus op zijn voorhoofd voordat ik me omdraaide om te vertrekken.

"Welterusten, lieverd. Wees voorzichtig."

Ik liep zijn kamer uit en zei gedag tegen mensen die ik kende. Af en toe zwaaide ik ook naar kleine kinderen die om me heen huppelden en dartelden op weg naar de speelkamer in de kinderafdeling. Sommigen van hen kende ik al, aangezien de kamer van mijn vader vlak naast de crèche was. Vandaag kon ik echter geen glimlach opbrengen. Op het moment dat ik de parkeerplaats opliep, raakte de zware regen me als een kogel, doorweekte me van top tot teen.

Goed, dacht ik. Tenminste zou het mijn tranen verbergen. Het zou voorkomen dat mensen de demonen zouden zien die me achtervolgen en de geheimen die ik nooit zou kunnen vertellen, zelfs niet als het me mijn leven kostte.

Ik stond alleen op de parkeerplaats naast mijn auto terwijl de regen meedogenloos op mijn huid trommelde. Het enige wat ik met heel mijn hart wenste, was om een nacht vier jaar geleden uit te wissen die mijn leven voor altijd had veranderd.

Previous ChapterNext Chapter