Read with BonusRead with Bonus

Hoofdstuk 8

Isabelle

De zon scheen op het water, waardoor het glinsterde, en het was zo kristalhelder dat ik er doorheen kon kijken zodra ik ernaartoe rende. Het kon me niet schelen hoe koud het was. Ik sprong erin met mijn kleren aan en zwom naar de bodem. Ik deed alsof ik een zeemeermin was en wenste dat een ...