Read with BonusRead with Bonus

Hoofdstuk Negentig

Ik ging rechterop zitten, terwijl ik Raphael nog steeds die blik toewierp en mijn vuisten aan mijn zijden gebald hield. De Ouderen waren allemaal stil, keken plechtig en voelden zich in het geheel niet schuldig.

“Denk je echt dat het besmeuren van de naam van mijn familie iets beter zal maken?” gro...