Read with BonusRead with Bonus

Hoofdstuk vierentachtig

Ik liep langs het raam en naar het levenloze lichaam op de vloer, nog steeds spijt hebbend van de beslissing die ik in woede had genomen. Zijn dood had een publieke vernedering moeten zijn en ik had het zo langzaam mogelijk moeten doen.

Toen herinnerde ik me plotseling dat er twee nodig zijn om te ...