Read with BonusRead with Bonus

Hoofdstuk Tweehonderdnegenentwintig

Ze was uren later wakker geworden in een zacht bed en een koele kamer. Ze stond geschrokken op het bed, verwachtend rijen andere bedden met andere weerwolven te zien, maar er was niemand anders in de kamer dan zijzelf. Ze wist niet zeker of dit goed of slecht voor haar was. Waarom had die stomme vam...