Read with BonusRead with Bonus

Hoofdstuk 296

De bar waar Axel me in sleurt, lijkt rechtstreeks uit de wand van de greppel te zijn gehouwen door een zeer boze god. Grillige stenen zuilen torenen boven ons uit, glibberig van de algen, en de hele plek zoemt met een lage, constante vibratie, alsof de rots zelf leeft. Het is vol, lawaaierig, en ver...