Read with BonusRead with Bonus

Hoofdstuk 282

De duisternis drukt als een gewicht—zwaar, koud en eindeloos.

Dan verschuift het, en ik val recht in de Ether.

Geen wind. Geen zwaartekracht. Alleen dat vreemde, vloeibare licht en eindeloze hemel. De stromen van kracht kronkelen en glinsteren om me heen als linten, en ik weet meteen—dit is geen her...