Read with BonusRead with Bonus

Hoofdstuk 277

De angst slaat toe voordat ik mijn ogen open.

Het is niet de nasleep van een nachtmerrie—geen woelen, geen hijgen, geen koude zweet. Alleen een put van ongemak in mijn borst, als een steen. Ik lig stil, staar naar het plafond, en ik weet dat er iets mis is.

Dan voel ik het—de lege ruimte naast me....