Read with BonusRead with Bonus

Hoofdstuk 244

Die nacht droom ik van donder.

Maar het is geen donder.

Het is het geluid van iets ouder, dieper—iets enorms en oerouds dat zich verplaatst in de donkerste geul van de zee.

De droom begint met stilte. Ik drijf, alleen, in de oceaan. Het water om me heen is te kalm, onnatuurlijk stil, en het oppervla...