Read with BonusRead with Bonus

Hoofdstuk 229

De wereld om me heen is bevroren. Niet alleen stil—bevroren. Opgeschort in de tijd als een schilderij, of een herinnering die weigert te vervagen. Ik kan mijn eigen hartslag horen bonzen, voel de elektriciteit nog steeds knetteren over mijn huid, maar verder is alles stil.

Ik ben in de Ether. Maar ...