Read with BonusRead with Bonus

Hoofdstuk 227

Ik aarzel niet. Zodra de helm af is en ik Peters gezicht zie - levend, echt, en recht voor me staand - sla ik mijn armen om hem heen.

Hij verstijft een seconde van schrik, maar laat dan een zucht en omhelst me net zo stevig terug.

"Verdomme," fluister ik. "Peter."

"Dat kan ik ook zeggen," ademt h...