Read with BonusRead with Bonus

Hoofdstuk 222

Haat raast door me heen als een vuurzee terwijl ik Stan aankijk, mijn vuisten zo strak gebald dat mijn nagels in mijn handpalmen drukken. Mijn ademhaling is snel en schokkerig. Elk greintje zelfbeheersing dat ik nog heb, verbrandt door zijn zelfvoldane grijns.

Ik spuug in zijn gezicht.

De klodder ...